Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hoe kan de knecht van [50]dezen mijn Heere spreken met dien mijn Heere? Want [51]wat mij aangaat, van nu af bestaat geen kracht in mij, en geen [52]adem is in mij overgebleven. 50. Te weten die zo voortreffelijk, heerlijk en aanzienlijk is. 51. Hebreeuws aldus, en ik, van nu staat gene kracht in mij. 52. Vergelijk Gen.7:22; Jes.2:22; belangende het woord adem.